Het is er ook rustig en stil, dacht ik een paar maanden geleden nog naïef. Ondertussen weet ik beter. Het is verbazingwekkend hoeveel gemeentearbeiders je op een kerkhof kan terugvinden. Er is altijd wel iets dat gesnoeid, geplant, opgeruimd, aangelegd … moet worden. Liefst onder begeleiding van radio MNM.
Het was dus alleen maar een kwestie van tijd voor ik ook een keer aan de praat zou raken. Ik had me vorige week op een bankje in de zon gezet, van plan om minstens vijftien mogelijke stukjes te bedenken rond een nieuwe verhaallijn die ik aan een boek wil toevoegen. Bijna meteen klonk er een vrolijk ‘Hallo!’
Niet veel later gevolgd door gevloek en ‘moet je nu zien!’
Wilde ik het zien? Ik besloot van wel. Wie wist wat kon je allemaal terugvinden in vuilnisbakken op kerkhoven? Zou dat verhaal dat er regelmatig botten en schedels omhoog komen kloppen?
De bak voor groenafval zat vol steengruis. ‘En wie mag dat opruimen?’
Retorische vragen zijn niet bedoeld om te beantwoorden. Dus stelde ik een andere. Voor ik het wist hoorde ik hoe mijn gesprekspartner zijn vader al op tienjarige leeftijd was kwijtgeraakt, hoe hij ook drager bleek te zijn van de erfelijke ziekte, zijn dochter evenzeer, waardoor zijn kleinzoon patiënt was ‘bij die van topdokters, maar hij heeft al veel dokters gehad hoor.’ Dat ongeluk bestond, dat moest je deze man niet komen vertellen. Het verhaal waarin hij het verpakte was even eenvoudig als moeilijk. ‘Als je gelukkig wil zijn moet je ook een beetje moeite doen.’ Hij was twee generaties ouder dan ik, met een duidelijk veel betere conditie en een vrijwel rimpelloos gezicht dat ik alleen maar nieuwsgierig kon bestuderen.
Ik vertrok met zeker drie mogelijke nieuwe verhaallijnen, twee plotwendingen en een mogelijk nieuw personage. Zou ik nu kunnen zeggen.
Maar dat is niet zo. Ik vertrok vol bewondering voor de draagkracht van mensen. En nog maar eens doordrongen van hoe straf dat toch kan zijn, het verhaal dat we onszelf vertellen over wat het leven ons toedeelt. En hoeveel verschil dat verhaal kan maken.
Nee, zo’n kerkhof, het is er doodgewoon.
There are no reviews yet.